20.05.2020
Laat geen kansen liggen: enkele impactvolle verlengde volmachtsbesluiten met gunstmaatregelen voor werknemers en werkgevers

damian_zaleski_RYyr_k3Ysqg_unsplash.jpg

Koninklijk Besluit n°15 – verlengd tot 17 juni!

Dit besluit had als doel om ondernemingen te ondersteunen met tijdelijke maatregelen en zo te vermijden dat de rechtbanken overstelpt zouden worden door gerechtelijke reorganisaties.

A. Regeling

Ten eerste voert het een zgn. “tijdelijk moratorium” in, waarbij elke onderneming als schuldenaar, in beginsel, beschermd is tegen bewarend en uitvoerend beslag en faillietverklaring (en gerechtelijke ontbinding). Ondernemers kunnen hun schulden door deze regeling in de praktijk dus opschorten, maar zij blijven nog altijd betaalbaar na afloop van de maatregel (het betreft dus geen kwijtschelding).

De continuïteit van lopende overeenkomsten zal daarenboven gegarandeerd worden, doordat eenzijdige ontbinding van een contract bij wanbetaling van een opeisbare geldschuld onmogelijk is.

De opschorting van de schulden geldt zowel voor oude als nieuwe schulden en ook hun interesten. Indien het plan voor gerechtelijke organisatie reeds gehomologeerd werd, zullen de betalingstermijnen verlengd worden.

Daarnaast wordt de verplichting van het bestuur tot aangifte van faillissement geschorst (dit kan nog altijd vrijwillig). Door de opheffing van deze verplichting zal geen strafsanctie meer mogelijk zijn.

Let wel: de handelingen tijdens de periode van het moratorium zullen nog steeds opgenomen kunnen worden in de verdachte periode bij faillissement!

Tenslotte wordt het afsluiten van nieuwe kredieten gestimuleerd en de aansprakelijkheid van kredietverstrekkers beperkt met een gunstregeling. De onderhandse akte waarin het krediet werd vastgelegd zal gelden t.o.v. derden, ook al is ze nog niet openbaar gemaakt. Bovendien zal de kredietverstrekker wel de schuld kunnen opeisen bij later faillissement tegen de debiteur, ook al had hij kennis van het feit dat deze reeds in staking van betaling was. Daarnaast zal de kredietverstrekker niet aansprakelijk zijn enkel en alleen omdat de nieuwe kredieten de continuïteit van het geheel of een gedeelte van de activa of van de activiteiten van de schuldenaar niet daadwerkelijk mogelijk hebben gemaakt.

B. Voorwaarden

De regeling geld uitsluitend voor ondernemingen die vallen onder het toepassingsgebied van boek XX van het Wetboek Economisch Recht.

Deze regeling kan niet ingeroepen worden door ondernemingen die niet getroffen werden door de Covid-19 crisis of die in staat zijn om hun schulden te betalen. De regeling is bedoeld voor ondernemingen die in de onmogelijkheid verkeren hun schuldeisers betalen.

De onderneming mag eveneens niet reeds in staking van betaling zijn geweest op 18 maart 2020.

C. Uitzonderingen

Arbeidsovereenkomsten vallen niet onder deze regeling. D.w.z. dat werknemers bv. nog altijd hun loon en aanvullende voordelen kunnen opeisen.

De opschorting van de schulden geldt voor de onderneming, maar niet voor:

  • - De echtgenoot of gewezen echtgenoot,
  • - wettelijk samenwonende of gewezen wettelijk samenwonende
  • - of de kosteloze borg van de debiteur, die persoonlijk verbonden is voor diens contractuele schulden (die verbonden zijn met diens beroepsactiviteit).

Bovendien kan nog altijd bewarend en uitvoerend beslag op onroerende goederen gelegd worden. Evenals bewarend beslag op zee- en binnenschepen.

Daarnaast kan een gedwongen faillissement of gerechtelijke ontbinding wel nog op initiatief van het Openbaar Ministerie of een voorlopige bewindvoerder.

D. Opheffing van het moratorium door de schuldeiser

Een schuldeiser die meent dat zijn debiteur niet aan de voorwaarden van het tijdelijk moratorium voldoet, kan toch beslag leggen door een specifieke procedure te volgen. Hij moet zijn debiteur eerst dagvaarden voor de voorzitter van de ondernemingsrechtbank, die zal oordelen over de opheffing van het tijdelijk moratorium. Hij houdt daarmee rekening met volgende factoren:

  1. of de schuldenaar wel werd getroffen door de corona crisis
    a. Is de omzet of activiteit sterk gedaald?
    b. Werd beroep gedaan op de tijdelijke of volledige werkloosheid?
    c. Werd de onderneming gesloten door de overheid
  2. Welke pogingen zijn ondernomen door de debiteur om in overleg te gaan met de schuldeiser?
    1. Welke pogingen zijn ondernomen om kredieten af te sluiten?
    2. Gevolgen voor de verzoeker? (domino-effect)
    3. Hoe groot is de globale schuldenlast en is er nog kans op herstel door de debiteur?
    4. Kon de debiteur zijn onvermogen voorzien (contract afgesloten na het begin van de crisis)?
    5. s er hier sprake van fraude/rechtsmisbruik (kan de debiteur de schuld eigenlijk betalen maar maakt hij misbruik van de regeling)?

Indien de Voorzitter na afweging van al die factoren besluit tot een opheffing van het moratorium, zal de schuldeiser zich tot de beslagrechter kunnen richten.

E. Inroepen van de maatregelen in dit Besluit

De maatregel is inroepbaar zonder verzoek bij een rechtbank, neerleggen van stukken of vonnis.

Bijzonder volmachtenbesluit n°14: arbeidsorganisatie in de kritieke en vitale sectoren

Dit besluit voert verschillende maatregelen in om de zgn. vitale en kritieke sectoren te ondersteunen.

Oplijsting van kritieke sectoren vindt u in de bijlagen bij het besluit hier: http://www.ejustice.just.fgov.be/eli/besluit/2020/03/23/2020030347/staatsblad)

Oplijsting van de vitale sectoren vindt u in de bijlage bij het besluit hier:

(http://www.ejustice.just.fgov.be/eli/besluit/2020/04/27/2020030838/staatsblad)

1. Overuren (t.e.m. 30 juni)

Het maximum vrijwillige overuren in kritieke sectoren worden verhoogd naar 220 uren i.p.v. de wettelijk voorgeschreven 100 uren tijdens het tweede kwartaal van 2020. Deze 120 extra overuren tellen bovendien niet mee voor de interne grens en er zal geen overloon voor verschuldigd zijn.

De werkgever kan kiezen om beroep te doen op deze 120 uren extra uren vrij van overloon, zelfs wanneer de werknemer niet eerst de 100 wettelijk basis overuren heeft gepresteerd.

2. Tewerkstellen van asielzoekers (t.e.m. 30 juni)

Personen die binnen 4 maanden na hun asielaanvraag geen negatieve beslissing hebben gekregen kunnen werken in een kritieke sector tijdens het verder verloop van hun procedure. De tewerkstelling kan blijven lopen tijdens een eventueel beroep tegen een latere beslissing ingesteld bij de Raad voor Vreemdellingenbetwistingen. Deze maatregel geldt enkel voor vreemdelingen die hun verzoek voor asiel indienden vòòr 18 maart 2020.

Let wel: de werkgever moet daarbij instaan voor de opvang van de asielzoeker.

3. Opeenvolgende contracten van bepaalde duur (t.e.m. 30 juni)

Om aan de tijdelijke nood aan werkkrachten te kunnen voldoen, kan men in kritieke sectoren opeenvolgende contracten van bepaalde duur voor minimum 7 dagen sluiten, zonder dat de bepaalde duur wordt omgezet in een contract van onbepaalde duur. De overheid hoopt zo veel tijdelijk werkloze werknemers naar de kritieke sectoren te kunnen leiden.

4. Terbeschikkingstelling versoepeld (t.e.m. 30 juni)

Werknemers kunnen door hun werkgever nu op een eenvoudigere wijze tewerk gesteld worden bij een werkgever uit een kritieke sector. Dit is een afwijking op het klassieke verbod op terbeschikkingstelling.

Als voorwaarde geldt hierbij dat de werknemer voor 10 april 2020 al in dienst moet zijn genomen bij de uitzendende werkgever.

Daarnaast gelden enkele formele vereisten:

    • - De terbeschikkingstelling moet contractueel vastgelegd worden voor het begin van de terbeschikkingstelling
    • - De werknemer moet een gelijk loon ontvangen voor de functie hij uitoefent bij de gebruiker aan het loon van de eigen werknemers van de gebruiker in dezelfde functie
    • - De gebruiker is hoofdelijk aansprakelijk voor het uitbetalen van het loon en de sociale bijdragen gedurende de duur van de terbeschikkingstelling

5. Studenten (t.e.m. 30 juni)

De uren die studenten in kritieke sectoren presteren gedurende het tweede kwartaal van 2020 tellen niet mee voor de grens van 475 uren studentenarbeid per jaar.

6. Loopbaanonderbreking – thematische verloven – tijdskrediet schorsen (tot 31 mei)

Een lopende loopbaanonderbreking, een thematisch verlof of tijdskrediet kan door een werknemer in een vitale sector vrijwillige tijdelijk gepauzeerd worden.

Het Besluit geeft werknemers uit andere sectoren met een lopend tijdskrediet of loopbaanonderbreking ook de optie tijdelijk te gaan werken in een vitale sector.

Let op: een vitale sector is niet een een kritieke sector. Er zijn slechts 4 vitale sectoren:

    • - De landbouw sector (werknemers die uitsluitend werken op de eigen gronden van de werkgever)
    • - het tuinbouwbedrijf
    • - het bosbouwbedrijf nr. 146
    • - de uitzendarbeid voor zover de uitzendarbeider wordt tewerkgesteld bij een gebruiker in één van de 3 hiervoor genoemde sectoren.

7. Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) (tot 31 mei)

SWT-werknemers kunnen tijdelijk terug werken bij hun vorige werkgever in een vitale sector met behoud van een deel van hun uitkering. De aanvullende vergoeding betaald door de werkgever zal dan vrij zijn van sociale bijdragen.

Voor meer informatie kan u het Besluit hier raadplegen: http://www.ejustice.just.fgov.be/eli/besluit/2020/04/27/2020030838/staatsblad

Koninklijk Besluit n°13: invoering van een gedeeltelijk overbruggingsrecht voor zelfstandigen in bijberoep (werking tot 31 mei verlengd door het KB van 6 mei 2020)

1. In het kort

In de wet van 23 maart 2020 werd het overbruggingsrecht initieel enkel toegekend aan zelfstandigen, hun helpers (maxistatuut), meewerkende echtgenoten die sociale bijdragen betalen in hoofdberoep of student-zelfstandigen wiens sociale bijdragen gelijk zijn aan de minimumbijdrage voor zelfstandigen in hoofdberoep.

Het Besluit nr. 13 geldt voor de periode vanaf 1 maart en voert een gedeeltelijk overbruggingsrecht voor zelfstandigen in bijberoep en actieve gepensioneerden die hun activiteiten voor minstens 7 dagen onderbreken door COVID-19 in. Deze zelfstandigen kunnen recht hebben op een overbruggingsrecht voor de maanden maart april en mei indien zij aan de voorwaarden voldoen. Dit recht geldt ongeacht of u uw activiteit verplicht moest stopzetten of dit uit eigen beweging deed.

2. Zelfstandigen in bijberoep

Op voorwaarde dat de voorlopige bijdragen van de zelfstandige in bijberoep berekend worden op een referte-inkomen van N-3 dat zich situeert tussen 6.996,89 euro en 13.993,78 euro

De uitkering voor deze categorie zou elke maand tot maximaal 645,85 euro (807,05 bij gezinslast) kunnen bedragen zolang de tijdelijke maatregel geldt. Dat bedrag komt overeen met ongeveer de helft van een klassieke uitkering.

Cumuleren van deze steunmaatregelen met andere vervangingsinkomens (bv. tijdelijke werkloosheid) is toegelaten zolang het totaalbedrag van 1.614,10 euro niet overschreden wordt.

3. De gepensioneerde die zelfstandig actief is

De actieve gepensioneerde zelfstandige kan nu ook een aanspraak maken op hetzelfde bedrag en dit cumuleren met zijn pensioen zolang het totaalbedrag van 1614,10 euro niet overschreven wordt.

Dit, op voorwaarde dat zijn voorlopige bijdragen berekend worden op een referte-inkomen van N-3 dat hoger is dan 6.996,89 euro.

4. Bijzondere categorieën

Ook de student-zelfstandige die wettelijke voorlopige sociale bijdragen verschuldigd is die worden berekend op een referte-inkomen tussen € 6.996,89 euro en € 13.993,77, heeft recht op een gedeeltelijk overbruggingsrecht.

Daarnaast heeft de zelfstandige in hoofdberoep gelijkgesteld met bijberoep (met voorlopige sociale bijdragen berekend op een referte-inkomen tussen € 6.996,89 en € 7.330,52) ook dit recht;

5. Aanvraagformulier

Het aanvraagformulier en instructies kan u hier terugvinden: https://www.rsvz.be/nl/inlichtingenformulier-gedeeltelijk-overbruggingsrecht-gedwongen-onderbreking-naar-aanleiding-van

Webdesign by Code d'Or