29.04.2015
De gestresseerde fietser die wegens dringende reden ontslagen werd.

Ardis advocaten dringende reden

Een recent arrest van het Arbeidshof te Brussel toont nog maar eens aan dat werkgevers bij het ontslag om dringende reden niet over één nacht ijs mogen gaan. De arbeidsrechtbanken en –hoven kijken er immers streng op toe dat het ontslag om dringende reden aan alle wettelijke voorwaarden voldoet. Begrijpelijk, want deze vorm van ontslag (op staande voet, zonder opzeggingsveroeding of –termijn) is immers de zwaarste sanctie uit het arbeidsovereenkomstenrecht.

De feiten die het arbeidshof diende te beoordelen waren bedrieglijk eenvoudig. Een administratief bediende meldde zich arbeidsongeschikt wegens ziekte. Het ziekteattest vermeldde dat zij de woning kon verlaten. Tijdens haar ziekteperiode nam zij deel aan een georganiseerde fietstocht, m.n. een sponsorevenement ten voordele van Kom op tegen Kanker. Zij fietste op die dag 250 km. De werkgever, die daar lucht van kreeg door gerichte online zoekacties, ontsloeg haar vervolgens wegens dringende reden. De werkgever meende immers dat de deelname aan dit fietsevenement onverenigbaar was met de arbeidsongeschiktheid van de bediende.

"Het verhoor van de werknemer is geen wettelijke maar eerder een morele verplichting."

Op het eerste zicht lijkt het standpunt van de werkgever niet onredelijk. Uit de feiten kan immers blijken dat de bediende arbeidsongeschiktheid veinsde en dus bedrog pleegde, ook dat zij ten onrechte gewaarborgd loon ontving tijdens haar ziekteperiode. Toch stelde de Arbeidsrechtbank te Leuven de werkgever in het ongelijk. En ook voor het Arbeidshof te Brussel beet hij in het zand.

Het arbeidshof verwijt de werkgever dat hij voorafgaand aan het ontslag om dringende reden de feitelijke omstandigheden onvoldoende is nagegaan (‘de feitelijke randgegevens te checken’ in de bewoordingen van het arbeidshof). Het nazicht dat de werkgever deed op het internet was volgens het arbeidshof onvoldoende. De werkgever hield er daardoor geen rekening mee dat de bediende een getraind lid van een fietsclub is, voor wie het fietsen van 250 km. niet ongewoon is. Ook is het volgens het arbeidshof mogelijk dat de fietstocht plaatsvond op een vrije dag van de werknemer (het lange pinksterweekend van 2012).

Voor de rechter stelde de bediende ziek te zijn wegens stress. Het arbeidshof oordeelde dat fysieke inspanning hierop een ‘weldoende invloed’ kan hebben. Het bleek volgens het arbeidshof ook afdoende dat de bediende bij haar fietstraining onder medische begeleiding stond, zodat zij ervan mocht uitgaan dat de fietstocht geen nadelige gevolgen voor haar gezondheid zou hebben of haar herstel zou vertragen.

Het arbeidshof oordeelde dat de werkgever, rekening houdende met de ‘juiste omstandigheden’, het bestaan van een dringende reden niet aantoonde. Het arbeidshof stelde dat de werkgever via het voorafgaandelijke verhoor van de werknemer, wel een juiste en een genuanceerde beoordeling had kunnen maken van de feiten.

Dit voorafgaandelijke verhoor van de werknemer is geen wettelijk vereiste, maar geldt volgens bepaalde rechtspraak toch als een morele verplichting voor de werkgever. Het organiseren van dit gesprek met de werknemer – nadat de werknemer uit arbeidsongeschiktheid terugkeert- , is een belangrijk instrument om de juiste (ontslag)beslissing te nemen. Schriftelijke neerslag van dit gesprek en mededeling ervan aan de werknemer zijn daarbij evenzeer van belang.

Webdesign by Code d'Or